woensdag 13 februari 2013

Les 4: gezamenlijk een fantasiedier maken (2D)

Gezamenlijk een fantasiedier maken 

Tijdsduur
60 minuten

Doel
Kinderen kunnen aan het einde van de les door middel van samenwerken een fantasiediermaken. Dit doen de kinderen aan de hand van zeshoeken, het gebruik van felle kleuren en hun creatieve vermogen.

Beeldend probleem
Door samenwerking eenkunstwerk te maken.

De kinderen weten
De kinderen weten wat er met het begrip fantasie dieren bedoeld wordt. De leerkracht heeft in voorgaande beeldende vorming lessen verschillende afbeeldingen over fantasiedieren laten zien en kinderen hier opdrachten over gegeven.

De kinderen kunnen
De kinderen kunnen al samenwerkend een doel bereiken.

Materiaal:
- Liedje: ken jij Elmer. http://m.youtube.com/watch?v=CJhGWVtGz_w
- A4 blaadjes met de omtrek van een olifant erop.
- Wasco krijt.
- Voor elk kind twee zeshoeken van wit karton.
- Fototoestel

Orientatiefase (15 minuten)
http://m.youtube.com/watch?v=CJhGWVtGz_w
De kinderen luisteren naar het nummer: Elmer de lapjes olifant (tot 0.53).
Het liedje gaat over een vrolijke olifant met allemaal gekleurde vlakken op zijnlichaam.

De kinderen krijgen allemaal een A4'tje met daarop de omlijning van een olifant. De kinderen hebben 5 minuten de tijd om de olifant op te vullen met een patroon die zij het allermooist vinden. Voorbeelden van patronen zijn: bloemetjes,streepjes, stippen of vierkantjes. Het patroon wordt ingekleurd met wascokrijt.

Natuurlijk bestaat een olifant met gekleurde vlakken, bloemen of stippen niet. De leerkracht vertelt aan de kinderen dat ze vandaag een fantasiedier gaan maken. Dit fantasiedier maken we met de hele klas.

Voorkennis ophalen: Wat is een fantasiedier? Waar denk jeaan als je aan een fantasiedier denkt? Hoe zou jou fantasiedier eruit zien?

Het fantasiedier dat we vandaag gaan maken moet bestaan uit verschillende zeshoeken. Alle zeshoeken hebben een verschillende kleur en patroon. Allereerstkrijgt iedereen zo twee zeshoeken die je gaat versieren een verschillend patroon. Na 15 mintuten leggen we alle zeshoeken bij elkaar op de grond en maken we met de hele klas een fantasiedier. De klas wordt dan in groepjes verdeeld. Elk groepje ontwerpt een ander onderdeel van het fantasiedier. Later worden alle onderdelen samengevoegd tot een dier.

Kern (35 minuten)
De kinderen krijgen allemaal twee zeshoeken. De kinderen kiezen twee verschillende patronen uit en geven elke zeshoek een eigen patroon. Er mag geen wit meer te zien zijn en de kleuren moeten fel zijn. Laat de kinderen zoveel mogelijk gebruik maken van contrastkleuren (gebruiken van de kleurencirkel).

Nadat alle kinderen hun zeshoeken hebben ingekleurd met verschillende patronen, moeter ruimte gemaakt worden in de klas. In het midden van het klaslokaal moet voldoende ruimte zijn om van alle zeshoeken een dier te leggen op de grond.

De kinderen gaan door middel van het aan elkaar schuiven van de zeshoeken een fantasiedier leggen op de grond. Ze zullen hierbij met elkaar moeten samenwerken.

Ook zullen de kinderen een rolverdeling moeten maken:
- een groepje vormt het hoofd.
- een groepje vormt de romp.
- een groepje vormt de poten etc.

Slot (10 minuten)
De kinderen maken van hun gemaakte fantasiedier een foto.

De leerkracht bespreekt met de kinderen wat ze van de opdracht vonden. Wat vonden ze makkelijk? Wat was juist lastiger? Wat zouden ze de volgende keer anders doen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten